Update september 2019
kweek:
Grijze roodstaartpapegaaien zijn op een leeftijd van 4 tot 5 jaar geslachtsrijp.
De Dieren kunnen het hele jaar jongen groot brengen als ze binnen worden gehouden.
In een buiten voliere beperkt dit zich meestal tot het voorjaar en de zomer.
Gemiddeld legt de pop 2 tot 4 witte eieren, die met tussenpozen van 2 tot 3 dagen worden gelegd.
De eieren worden alleen door de pop bebroed.
De grote van een nestkast is minstens 30 cm breed en een hoogte van ca 60 cm diepte en een
invlieggat van ca. 10 cm.
Op de bodem wordt bedekt met een laag zaagsel.
Het eerste ei komt uit na ongeveer 30 dagen. Ieder volgend ei zit ongeveer twee dagen tussen.
Gedurende de tijd dat de pop zit te broeden wordt ze, veelal via het invlieggat, door de man gevoerd.
De jongen zijn bij hun geboorte bedekt met een heel dun laagje wittig dons.
De roze huidskleur is dan ook gemakkelijk door dit dunne dons te zien.
Tot ongeveer de 10e dag worden de jongen door de pop gevoerd, daarna helpt ook de man mee de
jongen te voeren.
Dit is ook de tijd om de jongen te ringen.
De ogen van de jongen gaan tussen de 10e en de 14e dag open. Na ongeveer 20 dagen komen
de eerste grijze veren aan de vleugels door. Na ongeveer 40 dagen worden de rode staartveren
zichtbaar. Na ruim 9 weken hebben de jongen het volledige verenpak.
Tussen de 90 en 100 dagen verlaten de jongen het nest. Ongeveer 30 dagen later kunnen
de jongen bij de oudervogels worden weggehaald.
Grijze roodstaartpapegaaien zijn op een leeftijd van 4 tot 5 jaar geslachtsrijp.
De Dieren kunnen het hele jaar jongen groot brengen als ze binnen worden gehouden.
In een buiten voliere beperkt dit zich meestal tot het voorjaar en de zomer.
Gemiddeld legt de pop 2 tot 4 witte eieren, die met tussenpozen van 2 tot 3 dagen worden gelegd.
De eieren worden alleen door de pop bebroed.
De grote van een nestkast is minstens 30 cm breed en een hoogte van ca 60 cm diepte en een
invlieggat van ca. 10 cm.
Op de bodem wordt bedekt met een laag zaagsel.
Het eerste ei komt uit na ongeveer 30 dagen. Ieder volgend ei zit ongeveer twee dagen tussen.
Gedurende de tijd dat de pop zit te broeden wordt ze, veelal via het invlieggat, door de man gevoerd.
De jongen zijn bij hun geboorte bedekt met een heel dun laagje wittig dons.
De roze huidskleur is dan ook gemakkelijk door dit dunne dons te zien.
Tot ongeveer de 10e dag worden de jongen door de pop gevoerd, daarna helpt ook de man mee de
jongen te voeren.
Dit is ook de tijd om de jongen te ringen.
De ogen van de jongen gaan tussen de 10e en de 14e dag open. Na ongeveer 20 dagen komen
de eerste grijze veren aan de vleugels door. Na ongeveer 40 dagen worden de rode staartveren
zichtbaar. Na ruim 9 weken hebben de jongen het volledige verenpak.
Tussen de 90 en 100 dagen verlaten de jongen het nest. Ongeveer 30 dagen later kunnen
de jongen bij de oudervogels worden weggehaald.
